De HEER zei tegen Mozes:
‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen:
“Moge de HEER u zegenen en u beschermen,
moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,
moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.”
Als zij mijn naam over het volk uitspreken, zal ik de Israëlieten zegenen.’
NBV (Nieuwe Bijbel Vertaling, andere vertalingen zie onderaan).
In Numeri 6:22-27 geeft God Aäron en zijn zonen, de priesters, de opdracht om het volk Israël te zegenen met bovenstaande woorden. Het vertalen hiervan is blijkbaar moeilijk. Wat betekent bijvoorbeeld, zoals de NBG-vertaling klinkt: ‘doe zijn aangezicht over u lichten’ of ‘verheffe zijn aangezicht over u’?
De strekking is wel duidelijk: God zoekt het geluk, het goede voor zijn volk in de (vijandige) wereld. God maakt zichzelf bekend aan zijn volk in deze zegen, Hij plaatst zijn volk 'onder zijn Naam': Zegen, bescherming, licht, liefde, aandacht, vrede: dat alles is Hij voor jou. Deze God is “Ik ben met jou”: dat is Zijn Naam. Gods Naam is zijn zegen.
In een gevaarlijke wereld, zoals die van Abram, Mozes, Jezus en van ons, is de Naam van God jouw bescherming, wat er ook gebeurt. Een van de beloften van God aan Abram (Gen.15:1) is: Vrees niet, Abram, Ik ben uw schild.
Toen Mozes aan God vroeg om hem zijn 'majesteit' te laten zien zei God dat Hij hem zijn 'luister' zou tonen en dat Hij hem zijn naam zou bekend maken, maar niet zo dat Mozes Hem zomaar kon 'zien', want wie God ziet sterft. Wel laat God zich aan Mozes zien 'van achteren'. En God "riep de naam HEER uit":
"De HEER ! De HEER ! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde."
'HEER' verwijst naar het Hebreeuwse woord met de vier letters JHWH, wat betekent 'Ik ben er voor jullie'. God is liefdevol voor zijn volk tot in "duizenden geslachten", wat hetzelfde is als zeggen 'zijn liefde/trouw duurt eeuwig', een vaak voorkomende uitspraak in de bijbel om God te loven. Dit boeiende verhaal staat in Ex.33:19-Ex.34:7. Hierna sluit God een verbond met Mozes en het volk en geeft hem zijn tien geboden. Gods Naam is voor het volk eeuwige liefde en eeuwige trouw (ook al blijft niet alles ongestraft).
Gods zegen betekent dus dat Hij "met jou" is, waarmee elke vorm van voorspoed, tegenover elke vorm van tegenspoed, gegeven is. God maakt zich groot en sterk, Hij komt op en staat op voor zijn volk om het te zegenen. Dat heeft Hij bewezen door het volk uit de slavernij en onderdrukking van Egypte te verlossen en te brengen naar het beloofde land van 'melk en honing'. Gods Naam en Zijn zegen worden uitgebeeld door onze begrippen: vader/moeder, herder, koning, schild, licht, liefde en vrede e.a.
De zegen die Aäron, als (hoge)priester uitspreekt, en wat na hem zijn zonen, de priesters, doen, is een zegen die ingebed is in het Levitische priesterschap en de tempelcultus. Deze tempelcultus, met zijn priesters en offers, heeft zijn vervulling, zijn vervolmaking, gevonden in het leven, sterven en de opstanding van Jezus. Hij zegent zijn volk en zijn volgelingen rechtstreeks, vanuit het hart van God in de hemel, vanuit het hemelse heiligdom, niet via de tempelcultus en zijn priesters. Gods zegen en Naam is met en in Jezus verankerd voor altijd en eeuwig.
Bij Mattheüs zegt Jezus: "Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld." (Mt.28:20). Daarmee legt Hij Gods Naam op zijn volk en ons.
En in Johannes zegt Jezus tot driemaal toe: "Ik wens jullie vrede" (Joh.20:19,21,26, NBG: "Vrede zij u").
Lukas schrijft (24:51): "Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel." Jezus is zegenend opgenomen in de hemel, waardoor zijn zegen vereeuwigd is. Wat zei Hij daar? Dat zou heel goed de strekking van de zegen van Aäron kunnen zijn. Die zegen getuigt van Pasen: Hij staat op om zijn volk te verlossen en te zegenen.
Jezus, de Opgestane, zegent zijn volk en ons met de Naam van God en deze zegen is tegelijk de levensopdracht voor de mens, die beeld en gelijkenis van God wil zijn.
Ik zegen en bescherm jou,
Ik geef jou licht en liefde,
Ik sta op en geef jou vrede.
********************************************************
Andere vertalingen van Num.6:22-27
BGT (Bijbel in Gewone Taal):
De Heer zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat ze de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen:
"De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen.
De Heer zal bij jullie zijn en voor jullie zorgen.
De Heer zal aan jullie denken en jullie vrede geven."
Als Aäron en zijn zonen zo mijn naam noemen voor het volk, zal ik de Israëlieten geluk en vrede geven.’
NBG (Nederlands bijbel genootschap):
De HERE nu sprak tot Mozes:
Spreek tot Aäron en zijn zonen: Zo zult gij de Israëlieten zegenen:
"De HERE zegene u en behoede u;
de HERE doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig;
de HERE verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede."
Zo zullen zij mijn naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen.