“Daarop reageerden enkele Schriftgeleerden en Farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’
Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona!”
(Matt.12:38-41)
Over die 'drie dagen en drie nachten' wordt wel eens de volgende kritische vraag gesteld:
Als Jezus hier zegt dat 'de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde' zal verblijven, dus in feite 3 x 24 uur, hoe kan het dan dat in de gebruikelijke chronologie van het sterven van Jezus op vrijdagmiddag en de opstanding op zondagmorgen bij lange na geen 72 uren zitten, en zeker geen drie nachten?
Als antwoord hierop de volgende overweging:
De chronologie rond het sterven van Jezus loopt bij Matteus (en ook bij de andere evangelisten) van donderdagmiddag tot zondagmorgen:
-Op de 14de Nissan, slachten van het paaslam (donderdagmiddag), Mt.26:17.
-Het Pesachmaal 'toen de avond gevallen was': donderdagavond na zonsondergang (is vrijdag joodse tijdrekening), Mt.26:20.
-Na het Pesachmaal, in de nacht en dag daaropvolgend, vinden de gevangenneming, veroordeling, kruisiging, dood en begrafenis van Jezus plaats (dus vrijdag voordat de sjabbat begint). Na de sjabbat, op de eerste dag van de week (zondag), beschrijft Matteus de opstanding van Jezus (Mt.28:1).
'Het teken van Jona' bij Matteus verwijst terug naar het boek Jona over de profeet Jona, die geroepen werd om naar Nineve te gaan en Gods oordeel aan te kondigen. Jona weigerde dit en kwam via omwegen terecht in de buik van een grote vis, waar hij tot inkeer komt en daarna alsnog naar Nineve gaat. In Jona 1:17 staat dan: "en Jona was in het ingewand van de vis drie dagen en drie nachten."
Dit 'teken van Jona' komt alleen bij Matteus voor in relatie tot de drie dagen en drie nachten. In Markus en Johannes komt het niet voor. Lukas betrekt 'het teken van Jona' alleen op de prediking van Jona in Nineve en de bekering van de inwoners. Hij verwijst niet naar de drie dagen en drie nachten in het ingewand van de vis. (Luk.11:29-32, Mt.12:39,40 en Mt.16:4).
Toch geeft Matteus in het verloop van zijn verhaal voortdurend de gewone formulering 'na drie dagen' (Mt.26:61, Mt 27:40, Mt.27:63) of 'op de derde dag' (Mt 16:21, Mt 17:23, Mt 20:19). In zijn weergave van het lijden, sterven, dood, begrafenis en opstanding van Jezus volgt Matteus de gebruikelijke chronologie: donderdagavond het Pesachmaal (begin van de joodse vrijdag), daarna gedurende die donderdagnacht en vrijdag de gevangenneming, veroordeling, kruisiging, dood en begrafenis (nog voordat de sjabbat begint). Dan volgt de sjabbat en daarna, op de eerste dag van de week (=zondag) de opstanding.
Als Matteus zelf die 'drie dagen en drie nachten' heel letterlijk genomen zou hebben, dan had hij toch zeker wel zijn verhaal hiermee in overeenstemming laten zijn. En wanneer men het lijden en sterven van Jezus in zijn geheel ziet als 'verblijf in het hart van de aarde/de wereld', dan begint de telling op donderdagavond na het pesachmaal als Jezus overgeleverd en gearresteerd wordt, zodat ook drie nachten geteld kunnen worden. Maar voor Matteus is die formulering 'drie dagen en drie nachten' meer dan een mathematische aangelegenheid van 3 x 24 uur. Voor hem is de uitdrukking 'drie dagen en drie nachten' gewoon hetzelfde als 'drie dagen'. En dat komt overeen met andere voorbeelden in de bijbel waar de formulering 'drie dagen en drie nachten' hetzelfde is als 'drie dagen' (vergelijk Esther 4:16 - 5:1 ; 1Sam.30:12,13). Daarbij komt nog dat het in de joodse gedachtegang normaal is om een (klein) deel van een dag te rekenen als een dag. Bijvoorbeeld in Esther 5:1, waar Esther zich op de derde dag ('toen de derde dag aangebroken was', NBV) gereed maakt voor de koning. Blijkbaar hield Esther zich ook niet aan 3x24 uur.
De opvolging van donderdagavond-vrijdagmiddag-zaterdag-zondagmorgen kan dus gezien worden als 'drie dagen'. Maar er kan, denk ik, meer gezegd worden over de 'drie dagen en drie nachten'. Het zegt toch meer dan zomaar 'drie dagen'. En dat had Matteus, denk ik, ook in gedachten.
Jan Brueghel de Oude, De walvis zet Jona aan land
Olieverf op paneel (38 × 56 cm) — ca. 1598
Wat is de betekenis van dit 'teken van Jona', die drie dagen en drie nachten?
Op de eerste dag van de schepping roept God het licht tevoorschijn en Hij maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. Het licht noemde Hij 'dag', en de duisternis noemde Hij 'nacht' Gen.1:3-5). De dag in de joodse gedachtegang is 12 uur (tussen zonsopkomst en zonsondergang, de tijd van het licht) en de nacht is 12 uur (tussen zonsondergang en zonsopkomst, de tijd van de duisternis). De uren verschillen in lengte afhankelijk van de tijd van het seizoen: in de winter zijn de uren korter, in de zomer langer. Het aantal blijft 12.
In de formulering 'drie dagen en drie nachten' wordt die scheiding tussen het licht (dag) en de duisternis (nacht) zichtbaar. Gods werk op de eerste dag wordt met die uitdrukking in herinnering gebracht. En die formulering drukt, denk ik, ook volledigheid uit zoals in ons spraakgebruik met de termen 'door en door', en 'geheel en al'.
Er zijn in het Oude Testament twee plaatsen waar deze formulering als geheel voorkomt: bij Jona (1:17) en in 1Sam.30:12.
In 1Sam.30 voert David een strijd tegen de Amalekieten omdat zij de stad Siklag met vuur verbrand hadden en een grote buit veroverd hadden. Zij hadden de vrouwen, zonen en dochters gevangen genomen inclusief twee vrouwen van David. David versloeg de Amalekieten en heroverde heel de buit, 'alles bracht David terug'. Dit dankzij een Egyptische slaaf die ziek en voor dood in het veld achtergelaten was en 'drie dagen en drie nachten' niet gegeten of gedronken had. Deze Egyptische slaaf zegt, nadat "zijn geest in hem teruggekeerd was": 'Mijn heer heeft mij achtergelaten, omdat ik drie dagen geleden ziek werd.' Ook hier staan die drie dagen en drie nachten gewoon voor drie dagen. Deze slaaf stond bij wijze van spreken op uit de dood, en hij gaf David aanwijzingen over de locatie van de Amalekieten. David versloeg daarop de eeuwige vijand van Israël, de Amalekieten, en haalde heel de buit weer terug. In dit opstandingsverhaal maakt God scheiding tussen het licht en de duisternis (Israël en de aartsvijanden van Amalek).
Ook bij Jona, die drie dagen en drie nachten in de buik van de vis verblijft, wordt die scheiding van het licht en de duisternis in herinnering gebracht. Jona's verblijf in de buik van de grote vis verbeeldt zijn verblijf in het dodenrijk, de heidenwereld en het graf, waaruit God hem verlost (het gebed van Jona, 2:2,6). Daarna 'staat hij op' (maakt zich gereed) om Gods woord te brengen aan de Ninevieten, waarop zij zich massaal bekeren. Dit verhaal van Jona is beeld en gelijkenis van het verhaal van Jezus' dood en opstanding en de evangelieprediking over de heidenwereld ('Nineve'), waarop de heidenen zich massaal bekeren. En dat is het teken dat de Farizeeën en Schriftgeleerden krijgen wanneer zij Jezus om een teken vragen: Jezus verblijft “drie dagen en drie nachten” in het rijk van de dood, daarna zijn opstanding op de derde dag, met het vervolg van de massale bekering van de heidenen, als een getuigenis tegen het ongelovige Israël. Door Jezus zal God, langs de weg van de vernedering, een definitieve scheiding maken tussen het licht en de duisternis. Opstanding uit het rijk van de doden is de scheiding van het licht (leven) en de duisternis (dood). Dit gebeurde bij Jona en bij Jezus.
'Drie' is in heel de bijbel een betekenisvol getal. Dat begint al in Genesis 1, waar God op de derde dag het water scheidt van het land, en waar God de aarde het groene zaadhoudende gewas en de bomen met zaadhoudende vruchten doet voortbrengen. God, die Leven is, schept leven op de aarde op de derde dag. Hij scheidt ook hier het water (de dood) van de groene aarde (het leven).
'Drie' is vaak een getal dat wijst op goddelijke volkomenheid, op de Naam van God en op goddelijke Aanwezigheid (bijv. Ge.18:2 drie mannen op bezoek bij Abraham ; Num.6:22, drievoudige zegen van God). Drie dagen is de tijd van één volledige goddelijke drie-dagen-dag (Snijders, 1995).
De ondergang in de buik van de vis (de vernedering, het oordeel) van Jona duurt 'drie dagen en drie nachten'. Dat is ook een dubbele bevestiging (tweemaal drie) van Gods ingrijpen. Drie dagen als één volmaakte goddelijke tijd. Nu is de zaak volkomen klaar. Jona maakt zich gereed om zijn roeping te volbrengen. En daarin is hij beeld en gelijkenis van Jezus' messiaanse weg van de vernedering, zijn opstanding, en de evangelieprediking aan heel de aarde. God doet op heel de aarde het 'zaadhoudende groene woord' van Zijn evangelie tevoorschijn komen: Jezus' dood en opstanding, en de bekering van de heidenen. God schept leven door de nacht en de duisternis heen.
Matteus zegt: het 'teken van Jona' is het teken dat de Schriftgeleerden en Farizeeën krijgen. Zoals bij Jona geldt ook voor Jezus: zijn ondergang van 'drie dagen en drie nachten' in de buik van de aarde, zijn opstanding en de bekering van de heidenen, is het teken dat hen gegeven wordt. De Messias van Israël moet lijden, sterven en op de derde dag opstaan. Na deze goddelijke drie-dagen-tijd is het definitief Klaar en Gedaan. De scheiding van het licht en de duisternis, de verlossing van de zonden, is volbracht.
Matteus zag, denk ik, in het verhaal van Jona in de buik van de vis een treffende parallel met de dood van Jezus. Hij telde geen uren, maar zag in deze profetische tekst van Jona' s verhaal en die drie-dagen-en-drie-nachten een voorbeeld en illustratie van het verhaal van Jezus.